Voor online marketeers is het soms een hele uitdaging om alle tags van een website goed te beheren. Onjuiste of verkeerde tags kunnen voor een verstoring in data zorgen en kunnen tevens de performance van een website teniet doen. Met Google Tag Manager kan je het beheer van deze tags centraliseren. In deze blogpost beschrijf ik de basisprincipes van Google Tag Manager en vertel ik in grote lijnen wat je er allemaal mee kan.
Wat is Google Tag Manager?
Moderne websites bevatten vaak stukjes JavaScript code welke informatie verzamelen over bijvoorbeeld gedrag of conversie. We noemen deze stukjes code “tags”. Een tag als Google Analytics verzamelt bijvoorbeeld waardevolle informatie over het gedrag van bezoekers. Met deze informatie kan een online marketeer aan de slag om verbeteringen toe te passen aan een website.
Wanneer er meerdere tags worden gebruikt op een website, kan dat lastig zijn om te beheren. De implementatie vergt vaak technische kennis en bij verkeerde implementatie kan dit leiden tot een verstoring in data of performance. In uiterste gevallen kan hiermee zelfs een website crashen.
Met Google Tag Manager kan je alle tags van een website beheren via één gebruikerspaneel. Je implementeert simpelweg de tag van Google Tag Manager in de website en kan vervolgens alle tags centraal beheren. Dit komt het beheer én de performance ten goede.
Google Tag Manager werd gelanceerd in 2012 en per 2014 is versie 2 actief.
Starten met Google Tag Manager
Om te starten met Google Tag Manager volg je onderstaande stappen.
- Maak een gebruikersaccount aan op de website van Google Tag Manager en log in.
- Eenmaal ingelogd klik je op ‘Account maken’.
- Je gaat nu een Account instellen. In de meeste gevallen vul je hier de bedrijfsnaam in. Klik op ‘Doorgaan’ om verder te gaan.
- Vervolgens stel je een Container in. Dit is de URL van jouw website. Ook kan je aangeven waarvoor de Container wordt gebruikt. Zo kan je een aparte container gebruiken (met andere tags) voor mobiele apparaten. Voor het gros van de gebruikers is de container Internet afdoende. Klik op ‘Maken’ om verder te gaan.
Let op: je kan binnen een Account meerdere containers (websites) toevoegen.
- Hierna moet je nog even akkoord gaan met de algemene voorwaarden.
- Vervolgens verschijnt er een overzicht met de code welke je moet implementeren in de <head> en <body> op iedere pagina.
Wanneer je dit hebt gedaan ben je klaar om tags toe te voegen aan Google Tag Manager en deze verder te configureren.
Tags, Triggers en Variabelen
Om Google Tag Manager verder te configureren is het goed om bepaalde definities te begrijpen. In Google Tag Manager maken we gebruik van Tags, Triggers en Variabelen.
Een tag is een stukje code welke op een webpagina wordt uitgevoerd of geactiveerd. Binnen Google Tag Manager heb je een reeks standaard tags (bijvoorbeeld Google Analytics) welke je met een paar klikken kan activeren. Ook heb je de mogelijkheid om zelf tags aan te maken met eigen code.
Met een trigger bepaal je wanneer een tag wordt uitgevoerd. Dit is bij een paginaweergave of bij een bepaalde interactie op de webpagina (bijvoorbeeld het afspelen van een YouTube-video).
Met variabelen kan je waardes instellen die je in triggers kunt (her)gebruiken. Zo kan je bijvoorbeeld een variabele aanmaken met daarin een gedeelte van de pagina-url (bijvoorbeeld de afrekenpagina). Zo kan je aangeven dat een trigger alleen mag worden uitgevoerd wanneer er aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.
Ook is er nog een gegevenslaag, maar vanwege de complexiteit laat ik deze achterwege in deze blogpost. Wil je daar meer over weten? Bezoek dan de developers website van Google Tag Manager.
Voorbeeld: Google Analytics tag toevoegen
Omdat de functionaliteiten van Google Tag Manager te uitgebreid zijn om te kunnen bespreken in één enkele blogpost, laat ik in onderstaand voorbeeld zien hoe je de Google Analytics tag toevoegt. In dit voorbeeld gaan we er vanuit dat we Google Analytics op iedere webpagina willen laten terugkomen, bij iedere weergave.
- Log in op Google Tag Manager.
- Klik in het gebruikerspaneel op ‘Een nieuwe tag toevoegen’.
- Geef een vriendelijke naam aan de tag.
- Klik hierna op ‘Tagconfiguratie’.
- Kies uit de lijst met aanbevolen tags voor ‘Universal Analytics’.
- Vink de optie ‘Overschrijven van instellingen in deze tag inschakelen’ aan en vul vervolgens de Tracking-ID in van Google Analytics. De overige instellingen staan al juist.
- Klik hierna op ‘Triggers’.
- Kies voor de trigger ‘All Pages’. Hiermee geef je aan dat de trigger op iedere pagina van toepassing is.
- Klik rechtsboven op ‘Opslaan’ om de tag op te slaan.
- In het overzicht Tags vindt je dan de aangemaakte tag terug.
- Vervolgens klik je rechtsboven op ‘Verzenden’.
- Omdat Google Tag Manager met versiebeheer werkt, kan je een aanvullende beschrijving geven aan deze publicatie. Hierna klik je rechtsboven op ‘Publiceren’ om jouw wijzigingen actief te maken.
Gefeliciteerd! Nu wordt Google Analytics – via Google Tag Manager – uitgevoerd op iedere webpagina, bij iedere weergave.
Dit was slechts een simpel voorbeeld van de mogelijkheden binnen Google Tag Manager.
Versiebeheer en algemeen beheer
In het menu vindt je naast Werkruimte (het algemene gebruikerspaneel) ook nog Versies en Beheer. De werking hiervan spreekt redelijk voor zich.
- Met Versies kan je alle revisies van het Account beheren. Je kunt gemakkelijk zien wie er een wijziging heeft gepubliceerd en wanneer dit is gedaan. Ook kan je een rollback uitvoeren naar een andere versie.
- Met Beheer kan je algemene instellingen van het Account beheren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de rechten van andere gebruikers.
Meer weten?
Zoals je waarschijnlijk al hebt gemerkt zijn de mogelijkheden in Google Tag Manager eindeloos. Wil je meer weten over Google Tag Manager? Volg dan de gratis online cursus via de Google Analytics Academy.
Wil je meer weten wat RealHosting voor jou kan betekenen? Neem contact op met de klantenservice voor verder advies.