Wat is Web Deploy Publish ook alweer en waarom is het handig?
Web Deploy configureren en gebruiken in Visual Studio
Om Web Deploy Publish te kunnen gebruiken vanuit Visual Studio kun je een profiel aanmaken. Hiervoor moet je eerst een nieuw of bestaand project hebben geopend. We gaan ervan uit dat je dit hebt.
De gegevens om te publiceren of synchroniseren zijn vrijwel gelijk aan de FTP gegevens. Uitgaande van het Visual Studio Publish venster moet je het volgende gebruiken (example.nl is het voorbeeld):
- Publish method: Web Deploy
- Server: https://www.example.nl
- Site name: example.nl
- User name: VEVIDA\example.nl
- Password: het wachtwoord behorende bij deze gebruiker
- Destination URL: https://www.example.nl (pas dit aan naar de URL van de webapplicatie die je publiceert)
- Validate Connection: gebruik dit om het SSL-certificaat te accepteren
Visual Studio 2019 Web Deploy config
LLet op: het AD-domein is belangrijk! Als je niet VEVIDA\ vóór je gebruikersnaam zet kun je niet inloggen. Je moet het SSL-certificaat accepteren
Hieronder zie je alle stappen in schermafbeeldingen, te beginnen bij het openen van de Publish. We laten je hier het gebruik van een tweede account zien, zoals in het FAQ-artikel Web Deploy is geadviseerd.
In de Solution Explorer, klik met de rechter muisknop op je Solution, en kies Publish…:
In het Pick a publish target kies je voor IIS, FTP, etc en klik je Create Profile:
Neem de gegevens voor jouw site op en klik Validate Connection (tip: vink Save password aan om niet steeds het wachtwoord te hoeven invullen):
Je moet het SSL-beveiligingscertificaat accepteren, klik Accept (tip: vink direct Save this certificate for future sessions of Visual Studio ook aan).
Als alles goed gaat geeft Validate Connection een groen vinkje. Klik dan Save om de instellingen op te slaan.
Je kunt nu je Solution publiceren met de knop Publish:
Vul het wachtwoord voor de gebruiker nogmaals in als je tijdens stap 3 niet Save password had aangevinkt.
In een ander artikel laten we je zien hoe je msdeploy.exe op de command-line gebruikt om je webapplicatie en wijzigingen te publiceren.