DNS en Subdomeinen bij Vevida

DNS staat voor Domain Name System.
Het systeem behelst een wereldwijde gedecentraliseerde database van domeinnamen die hiërarchisch is opgebouwd.

In de beginjaren van het internet waren er slechts enkele honderden computers permanent op het netwerk aangesloten. Iedere computer had een unieke naam (‘flat name’) en een adres in getallen. Alle adressen en bijbehorende namen werden destijds opgeslagen in een groot tekstbestand met de naam HOSTS.TXT.

Dit tekstbestand werd onderhouden en opgeslagen op een computer van het Stanford Research Institute & Network Information Centre (SRI-NIC). Alle andere machines op het netwerk haalden dit bestand met enige regelmaat via FTP van de SRI-NIC-server.

Dit ging prima, omdat de hostfile niet vaker dan een of twee keer per week aangepast hoefde te worden. Maar plotseling nam het internet een vlucht: het aantal computers dat permanent was aangesloten, groeide explosief. Hierdoor werd het bestand steeds groter. Daardoor moesten alle computers die op het netwerk waren aangesloten ook steeds vaker de nieuwe versie ophalen.

Alle computers bleven afhankelijk van dezelfde SRI-NIC-server en uiteindelijk ging dit problemen opleveren. Een zekere Paul Mockapetris heeft een oplossing voor dit probleem bedacht in de vorm van het Domain Name System (RFC1034 en RFC1035).

Het DNS regelt ook de vertaalslag tussen het IP-adres en de domeinnaam. Op het internet moet dus constant een vertaalslag plaatsvinden tussen domeinnaam en IP-adres en omgekeerd: dit doet het DNS. Daarnaast bevat het DNS informatie over welke servers binnen een bepaald domein verantwoordelijk zijn voor de afhandeling van e-mail.

DNS Records

  • @ : de zone zelf, bijvoorbeeld “example.com“.
    Dit @-teken is een relatieve vermelding van de zone, indien de zone voluit geschreven wordt (absoluut), dan moet deze afgesloten worden met een punt (‘.’).
  • IN : staat voor de class INternet, het betreft internet records. Hier kan bijvoorbeeld ook CH staan, wat staat voor Chaosnet (records);
  • SOA : staat voor Start Of Authority en geeft aan welke nameserver de zone beheert. Het e-mailadres van de DNS-/zone -beheerder staat daarachter, het e-mailadres @-teken is vervangen door een punt (‘.’) omdat een @-teken een andere betekenis in de zonefile heeft.
  • de TTL (Time To Live) vertelt ons dat de zonefile iedere 15 minuten ververst moet worden in de DNS cache. Dit is bij Vevida de standaard waarde en kan niet veranderd worden.
  • NS : vertelt ons welke nameservers verantwoordelijk zijn voor de betreffende zone.
  • MX : vertelt ons welke mailservers de e-mail van de zone verwerken. Dit veld is niet verplicht, als het ontbreekt wordt de e-mail afgeleverd op de IN A, wat het IP adres van het example.com. A-record is. Draait hier geen mailserver op, dan zal er geen e-mail voor het domein afgeleverd kunnen worden.
  • TXT : staat voor TEXT, een record met tekstuele informatie over een domein of zone.
  • A : staat voor Address records, naar welk IP-adres het request doorgestuurd moet worden.
  • AAAA : is hetzelfde als een A-record, maar dan voor IPv6 adressen.
  • CNAME : staat voor Canonical Name records, waarmee een hostnaam ingesteld wordt als een alias van een andere hostnaam. Let op: Een hostnaam anders dan de betreffende zone dient altijd afgesloten te worden met een punt (‘.’). Anders wordt de oorspronkelijke zone daar weer achter geplakt.

DNS aanpassen

Om je DNS records aan te passen moet je ingelogd zijn op Mijn Account. Ga naar de website op vevida.nl en klik rechtsboven op Mijn Account.

Log in met je e-mailadres en wachtwoord. Klik daarna in het nieuwe scherm je domeinnaam aan waarvan je de DNS wilt aanpassen. 

Je kunt nu per DNS regel aangeven of je deze wilt verwijderen of aanpassen:


SPF

Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van SPF TXT-records in nameserver zonebestanden.

Met een SPF-record bij een domein is het mogelijk om aan te geven welke mailservers e-mails mogen versturen voor een bepaald domein. Een mailserver met SPF-ondersteuning zal bij elke inkomende e-mail controleren of het domein van de afzender een SPF-record heeft, en als dat het geval is, of de versturende mailserver wel in het SPF-record aanwezig is. Wanneer dat niet het geval is, wordt de e-mail tegengehouden (afhankelijk van de instellingen).

De bedoeling is dat het hiermee voor spammers bijna onmogelijk wordt om valse afzenders te gebruiken. Als wij bijvoorbeeld instellen dat e-mail van vevida.com alleen nog maar via onze eigen SMTP-servers verstuurd mag worden, zal alle e-mail met info@vevida.com als afzender, verzonden vanaf andere SMTP-servers, niet meer geaccepteerd worden door ontvangende mailservers.

SPF-records worden in DNS zonebestanden opgeslagen als TXT-record in de desbetreffende zone. Het is belangrijk dat het record de juiste waarde en syntax heeft. Een SPF-record zou er bijvoorbeeld zo uit kunnen zien:

@ TXT “v=spf1 a:mail.example.com include:spf.vevida.com -all”

Bovenstaand voorbeeld zou prima kunnen in de praktijk. Een domeinnaam met een eigen mailserver die het A-record ‘mail’ heeft, mag e-mail versturen uit naam van example.com. Daarnaast moet ook e-mail verzonden vanaf het contactformulier op de website, afgeleverd worden. Daarom staan onze SMTP-servers in de zone ‘spf.vevida.com’.

Meer informatie over SPF-records en de mogelijkheden staat op:
http://www.open-spf.org/SPF_Record_Syntax

Zonefiles

Een DNS server werkt met z.g. zonefiles, hierin staan alle records vermeld die voor uw site belangrijk zijn. Indien u dit interessant vindt, hier een voorbeeld:

$TTL 15m ; default time-to-live;; Voorbeeld zonefile t.b.v. de Vevida Servicepagina's ;@               IN     SOA    ns1.vevida.net. hostmaster.vevida.nl.  (                                2004072601  ; Serial                                14400       ; Refresh                                1800        ; Retry                                1209600     ; Expire                                15m )       ; cache TTL for negative answers;uwdomein.com.   IN     NS     ns1.vevida.net.uwdomein.com.   IN     NS     ns2.vevida.net.uwdomein.com.   IN     NS     ns3.vevida.com.uwdomein.com.   IN     MX     10    mx1.vevida.com.uwdomein.com.   IN     MX     10    mx2.vevida.com.uwdomein.com.   IN     MX     10    mx3.vevida.com.uwdomein.com.   IN     MX     10    mx4.vevida.com.uwdomein.com.   IN     MX     20    backup-mx.vevida.com.;admin           IN     AAAA   ::1 ; IPv6 enabled ftp             IN     A      213.244.179.90localhost       IN     A      127.0.0.1uwdomein.com.   IN     A      213.244.179.90www             IN     A      213.244.179.90pop             IN     CNAME  pop.vevida.com.
Perl

DNS r

DNS resolve

Wat gebeurt er nu concreet als iemand een adres van een webpagina in zijn browser intypt?

Wanneer u een domeinnaam opgeeft in uw browser, bijvoorbeeld “http://www.vevida.com/”, dan zal de browser contact maken met de primary en/of secundairy nameserver. Dit zal bijna altijd de nameserver van uw Internet Access Provider zijn.

De domeinnaam zal achterstevoren gelezen worden:

.com.vevida.www

In deze volgorde wordt het adres opgezocht:

Deze DNS-server raadpleegt met regelmaat de nameservers die de adressen bevat van de nameservers die de informatie van de belangrijkste domeinen bijhouden, de Top Level Domain Nameservers of root-servers (.com, .org, .net, .edu-domeinen en alle landen).

  • Deze informatie slaat de nameserver van de provider op. Aan de hand van deze gegevens weet hij direct welke Top Level Domain Nameserver hij moet raadplegen voor informatie over de .com-domeinen.
  • De Top Level Domain Nameserver voor de .com-domeinen zal als reactie het IP-adres retourneren van de nameserver die verantwoordelijk is voor het Vevida-domein.
  • De nameserver van de provider maakt vervolgens contact met de domeinnaamserver die het Vevida-domein onder zijn hoede heeft. Als input krijgt deze server de domeinnaam: “http://www.vevida.com/”, hij zoekt op of er iets bekend is over “www” in het domein Vevida, waarna hij zal antwoorden met het IP adres dat bij die machine hoort.
  • De nameserver van de provider geeft nu het IP-adres door aan de browser. De browser maakt vervolgens via het IP-adres rechtstreeks contact met de webserver van Vevida en vraagt om de homepage.
  • De webserver retourneert deze pagina, waarna hij in de browser verschijnt.

Dit alles duurt als het goed is (afhankelijk van bandbreedte en dergelijke) slechts een aantal seconden.

Hierboven staat gelijk de reden beschreven waarom u altijd rekening dient te houden met enkele dagen downtime als u uw site wilt verhuizen (naar Vevida toe, of van Vevida weg). De domeinnaam moet verwezen worden naar een nieuw IP-adres en tevens moet dit overal bekend worden gemaakt. Volgens de regels van de SIDN (Stichting Internet Domeinregistratie Nederland) mag dit maximaal 4 dagen in beslag nemen.

Subdomeinnamen 

Een subdomein (of A-record) is een naam welke in de plaats komt voor www. Een subdomein is eigenlijk een verwijzing naar een subdirectory op uw website of bijvoorbeeld naar uw eigen webserver thuis.

U kunt voor uw website subdomeinen laten aanmaken, zo kunt u op uw website verschillende delen van uw bedrijf een eigen naam geven. Bijvoorbeeld financien.uwbedrijf.com of sales.uwbedrijf.com. Deze namen zijn niet standaard actief. U kunt deze namen activeren via de communicatiemodule op Mijn Account. Geeft u hierbij aan welke subdomeinen u wenst te activeren.

Het is ook mogelijk dat u een eigen e-mailserver opzet, dan vraagt u aan of wij het z.g. MX-record (Mail eXchanger) willen wijzigen. Vevida handelt uw e-mail dan niet meer af en Vevida kan ook niet verantwoordelijk worden gesteld voor het, bijvoorbeeld, niet aankomen van e-mail. Overlegt u dit overigens wel eerst met uw Internet Access Provider, niet iedere provider staat het toe dat u een (mail-)server draait.

Klik hier voor meer informatie over MX records.

Het is niet mogelijk om additionele DNS-servers bij uw domein te vermelden, anders dan:

  • ns1.vevida.net
  • ns2.vevida.net
  • ns3.vevida.com

Wij kunnen allerlei DNS-wijzigingen voor u regelen, zoals A-records (subdomeinen), CNAMES, MX-records. Wilt u een domein bij Vevida registreren en ergens anders laten hosten, dan kunnen wij de betreffende A-records op onze DNS-servers door sturen naar de door u opgegeven IP-adressen.

Ook kunnen wij IPv6 subdomeinen (AAAA-records) aanmaken. Dit kan enkel naar uw eigen IPv6 adres.

Let op: Omdat Vevida shared hosting aanbiedt (meerdere websites op één server) kunt u uw website niet bekijken via een IP-adres.

Q
Quinten is the author of this solution article.

Was dit antwoord nuttig? Ja Nee

Feedback versturen
Het spijt ons dat we u niet hebben kunnen helpen. Als u feedback geeft, kunnen we het artikel verbeteren.